€ 0,00 € 0,00

Omschrijving

Geslachtsonderscheid

De mannetjes hebben een groter en breder rood masker en ook is de gele buikkleur intensiever van kleur dan bij het popje. Als het popje broedrijp wordt krijgt ze vaak een zwart streepje bovenop de snavel.

Karakter

Binsenastrildes zijn erg verdraagzame vogels en kunnen dan ook prima in een gezelschapsvolière met andere vogels en soortgenoten worden gehouden.

Omgevingstemperatuur

Binsenastrildes kunnen in een binnen of buiten volière worden gehouden, buiten moet er wel een vorst- en tochtvrij nachtverblijf aanwezig zijn. 

Voeding

Als voeding geeft u een  zaadmengeling voor tropische vogels en of volièrevogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding te voldoen kunt u het beste een insecten-/universeelvoer toevoegen.  Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Ook lusten ze graag groenvoer en kleine hoeveelheden onkruiden.  Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks vers en fris bad- en drinkwater hebben en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. U kunt ook naast het basisvoer ook extra vitamine bijgeven (1 x in de maand)  zeker tijdens de kweek en in ruiperiode is het aan te raden om vitamine bij te geven. Voor de voeding klik hier.

Kweek

Binsenastrildes bouwen hun nestjes in  opgehangen halfopen nestkastjes. Als bouwmateriaal gebruiken ze (lange) droge grashalmen, mos, donsveertjes, en uitgeplozen sisaltouw. Het nest wordt gebouwd door zowel het mannetje als het popje. Het popje legt doorgaans tussen de 4 en 6 witte eitjes in het nestje. De eitjes worden door beide vogels bebroed. De eitjes komen na 12 tot 14 dagen uit. De jongen worden dan door beide ouders gevoed. De jongen verlaten na ca. 19 dagen het nest en zijn na 3 weken zelfstandig. Als de jongen zelfstandig zijn kunnen ze, indien de broedruimte voldoende groot is, bij de ouders blijven. Op een leeftijd van ongeveer een half jaar komen de jongen op kleur en kunnen de mannetjes van de popjes worden onderscheiden.

Mutaties

Inmiddels hebben zich al een aantal mutaties voorgedaan bij de binsenastrilde zoals pastel, bont en geelsnavel.