Het zijn levendige, niet schuwe vogels die veel bezig zijn in de volière. Ook zijn dit gezellige vogels die makkelijk in een gemengde volière gehouden kunnen worden.
In het algemeen is de zwarte bef (keelvlek) bij de mannetjes groter dan die van de popjes. Het meest betrouw is echter de balts en de zang van het mannetje. Er zijn verschillende mutaties van deze vogelsoort bekend, waaronder de vrijwel witte, de zwarte aftekeningen zijn verdund tot een lichte kleur kaneelbruin en waarvan de snavel en ogen rood zijn. Deze heet (crèmo-)ino.
Gordelgrasvinken kunnen beter niet samen gehouden worden met verwante soorten, zoals de spitsstaartamadine. Verder is het belangrijk dat er niet meer dan één paartje in een volière wordt gehouden omdat ze tegenover elkaar namelijk erg agressief zijn. Ook is het beter ze niet samen te houden met kleinere soorten. Gordelgrasvinken zijn zogenaamde "nestslapers'. Er dienen daarom verspreidt in de volière nestkastjes opgehangen te worden. Gordelgrasvinken zijn zogenaamde "nestslapers'. Er dienen daarom verspreidt in de volière nestkastjes opgehangen te worden.
Kunnen in een volière met een vorst- en tochtvrij nachtverblijf overwinteren. Onder normale winterse omstandigheden is bijverwarming niet noodzakelijk.
Voor de voeding van Gordelgrasvinken geeft u een zaadmengeling voor tropische vogels en of volièrevogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding te vol doen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Extra dierlijke eiwitten kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld eivoer/universeelvoer, gegeven worden in de vorm van bijvoorbeeld meelwormen, miereneieren, buffalowormpjes. Wees bij het geven van dierlijke eiwitten wel voorzichtig omdat de vogels bij teveel dierlijke eiwitten vaak de jongen in de steek laten en al weer met een volgend legsel beginnen. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. U kunt ook naast het basisvoer ook extra vitamine bijgeven (1 x in de maand) zeker tijdens de kweek en in ruiperiode is het aan te raden om vitamine bij te geven. Voor de voeding klik hier.
