Gouldamadinen zijn vrij rustige vogeltjes en kunnen redelijk vertrouwelijk worden. De kleine vogeltjes hebben mooie opvallende kleuren en zullen dus opvallen in uw volière. Gouldamadinen zijn sociale vogeltjes die van gezelschap houden. Het is aan te raden om de vogels in groepjes in uw volière te houden.
Bij de (wildkleur) gouldamadine maken we onderscheid in gouldamadines met een rode kop, zwarte kop en gele kop. Zo worden ze ook genoemd. Dus, roodkop gouldamadine, zwartkop gouldamadine en geelkop gouldamadine. In het wild komt de zwartkopgouldamadine het meest voor gevolgd door de roodkopgouldamadine. De geelkopgouldamadine -eigenlijk heeft deze vogel een meer oranje kop- is in het wild uiterst zeldzaam.
De wildkleur gouldamadine ziet er als volgt uit; het lichaam en de vleugels zijn grasgroen. De stuit en staartveren kobaltblauw. De keel is diep zwart en steekt scherp af tegen de prachtig gekleurde lila borst. De buik en flanken zijn geel wat overgaat naar wit. De staartpennen zijn zwart
Gouldamadines kunnen we vinden in Noord-Australië. In dit gebied heerst een tropisch klimaat met temperaturen rond de 40 ºC tot 45 ºC. De nachtelijke temperaturen in dit gebied zijn kouder, namelijk tot onder de 15 ºC. In hun leefgebied zijn ze steeds te vinden rond het water. Hun voorkeur gaat uit naar vochtige, met gras begroeide oevergebieden en savannen waar eucalyptusbomen groeien.
Ongeveer 11 centimeter.
Het verschil tussen pop en man is goed te zien, de mannen zijn veel intenser van kleur en de vrouwtjes wat minder. Daarnaast fluiten de mannen ook meer dan de popjes.
De Gouldamadines kan probleemloos gehouden worden in zowel een buiten als binnen volière. Ze kunnen gemakkelijk buiten overleven in de winter, wel is het belangrijk dat ze uit de wind zitten en dat ze toegang hebben tot een goed geisoleerd nachthok.
U geeft als basisvoer een goed zaadmengsel voor tropische vogels, aangevuld met trosgierst en graszaden. Daarnaast lusten de vogels graag meelwormen, stukjes appel of sinaasappel en in de kweekperiode eivoer en kleine insecten. Grit en maagkiezel horen altijd beschikbaar te zijn, zodat de vogels er naar behoefte van kunnen eten. U kunt ook naast het basisvoer ook extra vitamine bijgeven (1 x in de maand) zeker tijdens de kweek en in ruiperiode is het aan te raden om vitamine bij te geven. Voor de voeding klik hier.
